In de horeca is het risico van brand aanzienlijk, met name in keukens waar gas, open vuur, hete olie en brandbare stoffen aanwezig zijn. Een brand in een horecagelegenheid leidt regelmatig tot totaalverlies van het pand. Dit komt doordat horecapanden vaak “open” van opzet zijn. Ruimten voor grote groepen mensen zijn lastig op te delen (compartimenteren). Is het wel mogelijk? Dan kan het een goede bijdrage zijn om branduitbreiding te vertragen.
Niet alleen de keuken en open ruimtes vormen extra risico’s. Ook de inrichting in horecagelegenheden is brandbaar. Meestal is er sprake van veel textiel (zoals tafelkleden en dekens), alcohol, (houten) meubilair en emballage. Een beginnende brand zal dan ook al gauw leiden tot een grote, oncontroleerbare brand. Preventiemaatregelen zijn essentieel.

Extra aandacht voor elektra

De horeca kent extra risico’s als het om brandgevaar in combinatie met elektra gaat. Denk daarbij aan onjuiste aansluiting van keukenapparatuur en kookstellen. Maar ook de staat van elektrische bedrading speelt mee. Onder andere in combinatie met vet. Restaurants en cafés zijn vaak gevestigd in karakteristieke, oudere panden. Elektra is daar vaak verouderd en oorspronkelijk aangelegd voor een ander soort gebruik. Ook wordt in horecagelegenheden regelmatig verbouwd of gewisseld van apparatuur. Zo ontstaat “knoopwerk” als het gaat om elektra. Dit uit zich in het gebruik van stekkerdozen, snoerhaspels en kroonstenen. Extra aandacht voor preventiemaatregelen met betrekking tot brand door elektrische installaties is essentieel.

Apparatuur en onderhoud

Apparatuur zoals frituurinstallaties, ovens, koelmotoren, bierpompinstallaties en rookmachines leveren extra risico’s op. Beschadigingen en defecten kunnen leiden tot brandgevaarlijke situaties. Zorg daarom dat apparatuur goed onderhoud krijgt en regelmatig gekeurd wordt.

• Voorzie frituurpannen en -installaties van thermostaten om oververhitting te voorkomen.
• Houd de apparatuur schoon en ververs de frituurolie regelmatig.
• Reinig vetkranen en afzuigkappen. Schakel voor het schoonmaken van de kanalen en ventilator uw leverancier of een gespecialiseerd bedrijf in (aangesloten bij het Nederlands Verbond Reinigingsspecialisten).
• Reinig de vetfilters regelmatig; bij dagelijks gebruik van de keuken ten minste eenmaal per week, anders ten minste een keer per maand.

Werknemers

• Zorg voor een duidelijk rookbeleid voor werknemers. Wijs rookplekken aan en voorzie deze van een stalen asverzamelaar en vlamdovende prullenbakken . Zet de prullenbak niet in de buurt van brandbare spullen.
• Zorg dat werknemers een brandveiligheidstraining volgen.

Open vuur (sfeer) en terrasverwarmers

• Probeer het gebruik van open vuur te beperken en zet branders en andere hittebronnen op een verantwoorde plek.
• Als u terrasverwarmers gebruikt, kies dan voor vaste verwarmers en laat leidingen aanleggen door een erkend installateur.

Gasinstallatie

• Als u gasapparatuur aanschaft, controleer dan of deze is voorzien van vlambeveiliging.
• Test iedere week of de gasveiligheidsklep goed werkt; twijfelt u daaraan, schakel dan een erkend installateur in.
• Vervang een gasslang na drie tot vijf jaar.

Versieringen

• Gebruik alleen versieringen die van brandveilig materiaal zijn gemaakt. Let hier in het bijzonder op bij speciale evenementen zoals koninginnedag, kerstmis etc.

Blusmiddelen en vluchtroute

• Geef brandtrappen en uitgangen duidelijk aan en houd ze vrij.
• Zorg voor brandblussers en laat deze 1x per 2 jaar controleren en onderhouden.
• Controleer dagelijks of de blusmiddelen goed bereikbaar zijn.
• Hang blusdekens op goed bereikbare plekken.
• Installeer brandmelders en sprinklersystemen.
• Blus brandend frituurvet of pannen met olie nooit met water, maar maak gebruik van goed passende deksels of speciale vetbrandblussers.